
Eindelijk was het zover, zondag 19 mei stond ik aan de start van de halve marathon in Leiden. Weken had ik knetterhard getraind voor deze race. Na de deceptie van de CPC Loop, was het plan om in Leiden mijn eerste halve marathon van 2019 te lopen. En het doel: een sub2! Met die intentie stond ik aan de start en heb ik de afgelopen weken getraind.
Vroeg!
Het startschot van de halve marathon klonk om 10.00 uur. Aardig vroeg, zeker als je vanuit Den Bosch komt en eerst nog je startnummer moet ophalen. Na als het gestress tijdens de kwart marathon in Rotterdam, had ik nu geen zin om te haasten. Ik vertrok daarom op tijd. Om precies te zijn, ik zat om 6.45 uur in de auto op zondagochtend nota bene. Alles om mijn doel te behalen! Vroeg vertrekken, betekent ook een heerlijk rustige snelweg en weinig ander verkeer op de weg. Zo stond ik dus om 8.00 uur al bij de Pieterskerk in Leiden. Ruim op tijd om mezelf klaar te maken. Dit gaf mij een hoop rust.
Verkenrondje
Allereerst heb ik mijn startnummer opgehaald, mijn raceschoenen aangetrokken en twee keer een zenuwplasje gedaan. Eenmaal klaar was het nog geen 9.00 uur. Ik had dus alle tijd van de wereld! Ik wilde zo vroeg mijn tas nog niet inleveren, dus ik heb een rondje over het terrein gelopen. Ik heb direct even de start verkend, zo weet ik straks precies waar ik heen moet en hoever het van mijn startvak tot aan de startlijn is. Heerlijk om zo op mijn gemak alles te verkennen! Eenmaal klaar met verkennen loop ik terug naar de Pieterskerk, tijd voor nog een paar zenuwplasjes. Ik pak mijn tas helemaal in en lever hem in. Tijd om naar de start te gaan!
Pacers voorblijven
Ik sta op tijd in het startvak. Beter te vroeg, dan te laat toch?! Ik app nog even met mijn moeder en vriend en ontvang van hen de laatste succeswensen. Ondertussen stroomt het startvak vol en ik zie de pacers voor 2.00 uur staan. Zal ik bij hen aansluiten? Ik besluit dit niet te doen. Ik wil mijn eigen race lopen, zelf bepalen wat ik doe en mijn ding doen. Ik zorg er wel voor dat ik voor hen over de startlijn ga. Zo weet ik, dat als ik ze voorblijf ik tenminste mijn doel haal.
Het Wilhelmus
Iets voor 10.00 uur hoor ik het Wilhelmus en vervolgens het startschot. Het geschuifel naar de start kan beginnen! Zo’n tien minuten later loop ik over de startlijn en mijn race is begonnen! De eerste honderd meter is het druk op het parcours, ik zoek mijn weg en probeer niet te vallen. Let’s do this!
Goed tempo
Gelukkig wordt na zo’n 500 meter het parcours breder en kan iedereen beter zijn/haar weg vinden. En ook ik. Ik houd mijn horloge goed in de gaten. Het plan is om op een tempo tussen 5.30 en 5.40 te lopen. Dan loop ik sowieso onder de twee uur. Gelukkig lukt het me gemakkelijk om dat tempo aan te houden. Vrij steady loop ik op een tempo van 5.35 de eerst kilometers. Ik ken de omgeving van Leiden totaal niet, ik wist dus ook niet goed wat ik moest verwachten van het parcours. Al vrij snel lopen we Leiden uit en lopen we ineens tussen de weilanden. Stiekem vind ik dit best lekker, de rust, de ruimte en het Nederlandse landschap om me heen. Laat die kilometers maar komen!
De kilometers vliegen voorbij
De eerste kilometers voel ik mij goed. Voor ik het weet heb ik 5 kilometer gelopen. Nog maar 16 te gaan denk ik. ‘Makkie! Dit gaat me lukken’, gaat door me heen. Ik blijf lekker op tempo doorlopen. We slingeren door de weilanden, voor mijn gevoel vliegen de kilometers voorbij. 7, 8, 9 kilometer zie ik aan me voorbij komen. ‘Zou het me dan echt gaan lukken om onder die twee uur te lopen?!’, denk ik nog.
Halverwege, pas halverwege?!
Tot ik ineens het bordje 10 kilometer op zie doemen. ‘Op de helft! Op de helft?’, denk ik dan. De eerste 10 kilometer gingen me soepel af, maar bij het idee dat ik nog eens zo ver moet lopen op datzelfde tempo, zakt de moed me in de schoenen. Maar ik weet dat ik de eerste tien kilometer iets te snel heb gelopen, omdat ik in de tweede helft altijd wat verval heb. Ik mag dus iets vertragen van mezelf. Ik laat het tempo niet te ver zakken, volgens mijn berekeningen moet ik het op deze manier nog lukken. Onderweg pas ik het plan aan. Het wordt overleven tot aan kilometer 16, niet te hard lopen (ook niet te langzaam) en dan ga ik de laatste 5 kilometer weer knallen. Dat moet lukken toch?! Met dat gevoel blijf ik doorlopen. Van de omgeving krijg ik niet veel meer mee en ik leef van energiesnoepje, naar drankpost.
Draaien en draaien
Maar wat ik niet doorheb, is dat ik van al die suikers kotsmisselijk wordt. Vanaf 15/16 kilometer (het is een beetje een waas) begint mijn maag te draaien. En niet een klein beetje, maar met iedere stap lijkt het wel erger te worden. Ik weet dat ik moet doorzetten, ik moet blijven lopen en vooral niet gaan wandelen. Ik weet dat als ik ga wandelen, ik niet meer wil rennen. Dus gewoon tanden op elkaar en gaan. Ik weet wat dat de pacers van 2.00 uur mij nog steeds niet hebben ingehaald. Ik kan dus nog steeds een sub2 lopen. Met dat idee in mijn hoofd probeer ik door te bikkelen en probeer ik zo snel mogelijk te lopen.
Toch nog ingehaald
Maar na ongeveer 17/18 kilometer wordt ik toch ingehaald door die bewuste pacersgroep. Balen! Ik probeer nog een stuk aan te haken. Ik loop een paar honderd meter met ze mee, maar ik houd het niet vol. Bij de laatste drankpost stop ik nog even voor wat water. Misschien laat dit mijn misselijkheid zakken. Helaas, het maakt dat het juist erger. Met nog een paar kilometer te gaan wordt het overleven tot aan de finish. Wat ik niet ingecalculeerd had waren de bruggetjes, ongelijke straatjes en bochten op het laatste stuk. Het einde van het parcours loopt weer dwars door Leiden. Een prachtige oude stad, met grachten. Alleen niet het meest ideale parcours als je misselijk de finishlijn van een halve marathon probeert te bereiken.
Nog één keer alles geven
De laatste meters pers ik alles eruit wat ik nog in me heb, ik zie langs alle kanten mensen een eindsprintje trekken. Ik krijg het helaas niet voor elkaar. Nog een paar meter en dan ben ik er weer. Ik hoor ergens nog iemand keihard mijn naam schreeuwen, denk ik. Geen idee wie het is, maar het helpt me nog om alles eruit te halen wat er in me zit. Ik finish! Gelijk mijn horloge uit, en ik zie een tijd van 2.02.55. Geen sub2, maar weel een mega dik PR! Blij kan ik dan nog niet echt zijn. Nog steeds draait mijn maag giga rondjes, ik voel me leeg en wil cola! Cola kan ik niet direct vinden, wel ontvang ik mijn medaille en pak ik dankbaar een bekertje sportdrank aan. Met deze suikers kan ik mijn weg vervolgen en strompel ik langzaamaan het terrein af, op zoek naar mijn tas.
Tijd om bij te komen
Eenmaal omgekleed, kan ik even bijkomen. Ik heb sowieso alles gegeven! Ik ben tot het gaatje gegaan en meer zat er niet in vandaag! Langzaam ga ik naar de auto voor een pittige terugrit. Eenmaal in de auto begint meer en meer het besef te komen dat ik een giga dik PR heb gelopen! Ik mag trots zijn op deze tijd en mag nagenieten van deze prestatie. Met een goed gevoel kijk ik nu ook terug op Leiden!
Mijn volgende race staat alweer snel op het programma. Aanstaande zondag sta ik aan de start van de Vestingloop! Hier heb ik enorm veel zin in. Dit wordt een race puur voor de ervaring en gezelligheid in mijn eigen stad. Lekker lopen en genieten tijdens de 5 kilometer. Zie ik jou ook in Den Bosch dit weekend?